Wijze levenslessen over omgaan met dood en verlies
Op vrijdagavond 29 april hield professor doctor emeritus hoogleraar Manu Keirse, ten overstaan van een compleet uitverkochte Brugkerk een indrukwekkende en inspirerende lezing over ‘Helpen bij verlies en verdriet’. Manu Keirse begint de avond met een sprookje, wat meteen een heldere weergave is van de problemen waartegen mensen aanlopen in het omgaan met verlies en verdriet bij henzelf en dat van anderen. Leven en dood zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken. Maar hoe benader je iemand die zojuist een dierbare heeft verloren? En vanuit welke positie?
Sterven is verhuizen van de buitenwereld naar het hart van de geliefden, zodat de herinnering in liefde blijft voortbestaan. Daarbij is het belangrijk dat men verdriet verdriet laat zijn en dat er warmte en genegenheid en een luisterend oor voor de nabestaande(n) zijn. Manu benadrukt dat het heel belangrijk is om kinderen bij verlies en verdriet te betrekken, hoe jong ze soms ook zijn. Benader het open en ga het niet verzwijgen of het kind ontzien. Wees altijd eerlijk en correct over wat er gaande is. Met een lach en een traan wordt er ademloos geluisterd naar de vele voorbeelden die Manu in de praktijk bij de hand heeft gehad. Zo spreekt hij over rouwarbeid. Arbeid omdat het een intensief traject is wat in golven kan opkomen op de meest onverwachte momenten, wat jaren kan duren en waar je aan werkt.
Meneer Keirse spreekt over vier taken in de rouwarbeid. Op de eerste plaats; het onder ogen zien van de werkelijkheid van verlies. Soms moet dit tot in den treure herhaald worden tot de puzzelstukjes geleidelijk op de plek gaan vallen. Dit kost veel tijd, maar de deuren naar de toekomst kunnen alleen open gaan als er correcte uitleg en warmte en genegenheid wordt gegeven. Ten tweede is er het ervaren van de pijn van verlies. Pijn wegduwen of onderdrukken of negeren is een verlenging van het proces. Verdriet is normaal gedrag en hoort erbij. De pijn komt naar buiten in vormen als boosheid, prikkelbaarheid, schuldgevoel. Luister naar hoe het voor de betrokkene voelt, in plaats van te veronderstellen hoe het moet voelen. Vraag de betrokkene; ‘vertel eens wat er op dit moment zo moeilijk is’ en zeg dat die ander zich schuldig mág voelen, maar de diegene niet schuldig ís. Schuldgevoelens zijn tekenen van liefde en verantwoordelijkheid. Je mag deze telkens opnieuw uitspreken, want opgekropte schuldgevoelens zijn op den duur levensgevaarlijk.
De derde taak is het aanpassen aan het nieuwe leven met dit verlies. Bijvoorbeeld het alleen boodschappen doen, alleen eten etc. De enige manier waarop hulp geboden kan worden is door er te zijn en door te luisteren. Er is vaak te weinig tijd voor een luisterend oor of er is weerstand bij de toehoorder of de verteller om het verhaal opnieuw te horen of te vertellen. De nabestaande moet altijd de kans krijgen om het verhaal (vele malen opnieuw) te vertellen. Een overledene mag niet dood gezwegen worden, omdat niemand het onderwerp durft aan te snijden.
De laatste en vierde taak is het opnieuw leren genieten van het leven en herinneringen levendig bewaren. Een gevoel dat vaak aanwezig is, is ‘mag ik nog wel genieten als die ander er niet meer is of als er nooit meer over gesproken wordt’? Ja dat mag. Door in het leven mooie herinneringen te maken, zijn deze opgeslagen in het hart van degenen die achterblijven.
Verlies gaat mee door het leven. Verlies overleven heeft niks te maken met vergeten. Het is niet loslaten, maar anders leren vasthouden in herinnering. Net als een schaduw gaat het continu met je mee, het ene moment scherper aanwezig dan het andere moment.
Het zijn overduidelijke taken die besproken worden, voor de hand liggend en realistisch. Niet moeilijk om uit te voeren, maar toch is er vaak een drempel om het toe te passen in de praktijk. Vergeet de vraag; ‘Wat moet ik zeggen tegen de verdrietige nabestaanden”? Maar bedenk; ‘Wat zouden de mensen met verdriet tegen mij willen zeggen?”
De allerbelangrijkste conclusie van deze avond is; luisteren, luisteren, nog eens luisteren en aandachtig luisteren.
Aan het einde van de avond en na het beantwoorden van enkele vragen is er een daverend applaus voor spreker Manu Keirse en zijn er dankwoorden van het organisatiecomité met overhandiging van typische Lemelerveldse lekkernijen. Nadien is er de mogelijkheid om de vele boeken in te zien of aan te schaffen en even na te praten over de inspirerende avond die op een ieder diepe indruk heeft gemaakt.
Tekst: MoDi
Foto's: Janny Velthuis